We presenteren een exclusief programma met Jeroen Willems, Track en culinair avonturier André Amaro in het teken van de mythe over Orpheus en Eurydice. Op hartverscheurende en delicate wijze bezingen Jeroen Willems en Track de legendarische muzikaliteit van Orpheus, zijn verlangen en verdriet over de verloren liefde. Vertrekkend vanuit Monteverdi’s L’Orfeo en puttend uit verschillende Orpheus interpretaties passeren onder meer Black Orpheus van Astrud Gilberto, gedichten van Hans Warren en teksten van Gerardjan Rijnders de revue. In de zaal staat een Bourgondische keuken opgesteld waar Amaro voor de ogen van het publiek zijn maaltijd bereidt.
Jeroen Willems over Monteverdi’s Orfeo
Steeds vaker waag ik mij op het pad van de muziek en wel de zang in het bijzonder. Al van kinds af aan wist ik dat ik wilde zingen, heb serieus overwogen naar het conservatorium te gaan, durfde niet, was misschien nog niet toe aan ‘klassieke muziek’ en raakte ook gefascineerd door toneelspelen en het woord, en koos uiteindelijk voor een opleiding tot acteur. Gedurende 17 jaar speelde ik in voorstellingen van Johan Simons en Paul Koek van Theatergroep Hollandia, waar muziek en muzikaliteit altijd een heel belangrijk uitgangspunt waren. Drie en een half jaar geleden zong ik enkele aria’s in de opera Inanna van Louis Andriessen. Vlak daarna, in 2003, in Sentimenti op de Ruhr Triennale, zong ik een deel uit Verdi’s afscheids-aria: Addio del Passato. En nadat ik me op mijn veertigste (met Rob Ligthert bij Toneelgroep Oostpool) durfde te storten in een Brel-theaterconcert met zelfs een heuse cd, heb ik nu het ambitieuze plan opgevat mij te wagen aan Monteverdi.
Al jaren lonk ik in mijn fantasie naar de eenvoud van zijn prachtige, eerlijke muziek waaronder enkele aria’s uit een van zijn mooiste opera’s: de Orfeo. Ik heb inmiddels twee maal Monteverdi duetten gezongen in theatervoorstellingen (Bloeddorst en Val van de Goden) en dat heeft mijn liefde niet bekoeld.
Het Orpheus-verhaal is in theater, literatuur en muziek een veel voorkomend thema, en wat mij betreft een van de mooiste ooit waarin het verlangen en verdriet over een verloren liefde wordt bezongen. De wens zijn gestorven geliefde uit het dodenrijk terug te kunnen halen, de kans daartoe geboden krijgen, het verbod naar haar te kijken en het onbedwingbare verlangen de geliefde te zien voordat de tocht terug naar het leven voltooid is, en dan opnieuw de pijn van het afscheid te moeten doorstaan. Dit alles is altijd weer hartverscheurend.
En dan is er het improvisatie ensemble Track. Nadat ik hen samen met de Amerikaanse celliste Frances-Marie Uitti zag optreden in het Theaterfestival van Avignon, en niet voor de eerste keer werd gegrepen door hun improviserende hedendaagse geluid, hun swing en niet in de laatste plaats de schoonheid van hun concentratie, wist ik dat ik daar ook eens tussen wilde staan. Eerder begeleidde toetsenist William Bakker (Hollandia) onze Monteverdi madrigalen in Bloeddorst en speelde ik met Paul Koek, Ton van der Meer (Track) en Frances-Marie Uitti samen bij Val van de Goden. En al lijkt de combinatie van Monteverdi en een slagwerkgroep niet de meest voor de hand liggende, met Track kan het zeker.
Vertrekkend vanuit het Orpheus thema, met enkele delen uit de gelijknamige opera van Monteverdi in combinatie met enkele liefdes- en oorlogsmadrigalen, proberen we in de hedendaagse muziek terecht te komen en misschien zelfs de weg terug nog te bewandelen. Ook zal ik verschillende Orpheus interpretaties uit de literatuur en de poëzie laten horen, waaronder die van Ovidius. De breekbaarheid van Monteverdi’s klanken blijven voor mij vertrekpunt. De prachtige dissonanten die hij, toen al, schreef en de geweldig mooie melodieën die vaak door hun echo met elkaar in dialoog lijken, komen veel aan bod. Moge mijn stem mee klinken en in tijden van nood overstemd worden door de zachte klappen van het slagwerk.