De wereld lijkt steeds complexer te worden. Steevast hebben we het gevoel te weinig te doen, of zelfs helemaal het verkeerde. Afstomping en onverschilligheid liggen op de loer. In onze voorstellingen vragen we daarom: Waar doe je goed aan? We vragen het muzikaal leider en regisseur John van Oostrum die deze zomer muziektheater maakt met Artificial Intelligence.
In het werk van John lijkt techniek een eigen wil te hebben, voor GROEI (2021) wekte hij een installatie van licht en kabels tot een groot pulserend levend wezen. In de Oerolhit Firebird maakte hij samen met Touki Delphine met 600 gerecyclede autolampen een symfonie van licht. “Kunst helpt mij om het aardse te ontstijgen: stenen mogen even zweven en machines hoeven voor even geen functie te hebben.”
We spreken John in de studio van de Veenfabriek waar hij zich voorbereid op de repetities van h/AI. Hij maakt de voorstelling samen met theatergroep ECHO, met het veertienkoppige Orkest De Ereprijs én met Artificial Intelligence. AI schrijft, regisseert en dirigeert de voorstelling namelijk zelf mee. John: “h/AI gaat voor mij over de relatie tussen mens en machine, zoals die is, en zoals die in de toekomst misschien zou kunnen worden.”
Wat wil je met de voorstelling h/AI onderzoeken?
“Na de industriële revolutie en de revolutie van het internet staat ons een nog heftigere revolutie te wachten. Het gaat heel hard met technologische ontwikkelingen en er komt een punt in de toekomst waar technologische vooruitgang oneindig wordt. Ik vind het leuk om te onderzoeken hoe dat eruit zou zien, om te flirten met dat waanzinnige toekomstbeeld. Maar ook met het gestuntel van de mens die daar nog lang niet is.”
“Ik heb voor deze voorstelling veel lezingen bezocht over AI op de Universiteit. Dan zit je in een zaal vol AI-experts met de top notch van de technologie en dan gaat een powerpoint niet aan, of een microfoon werkt niet.” John lacht: “Dan staat zo’n AI-expert daar te wachten tot een technicus het op komt lossen. Ook dat menselijke gestuntel krijgt een plek in de voorstelling.
Je hebt je voor h/AI een jaar lang verdiept in AI. Wat denk je, doen we goed aan AI?
“AI is enorm in ontwikkeling en speelt nu al een grote rol in hoe we de wereld tot ons nemen. Maar de ontwerpers ervan zitten in Silicon Valley afgesneden van de werkelijkheid. Daarom heeft het voor mij een urgentie om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen. Dat AI ontwikkeld wordt, is onvermijdelijk. Misschien is het dus niet de vraag of we er goed aan doen, maar hoe we het in kunnen zetten om er goed aan te doen.”
Hoe zouden we AI kunnen gebruiken om het ‘goede’ te doen?
“In Israel zijn bijvoorbeeld testen gedaan in de rechtbank met AI. Uit onderzoek bleek bijvoorbeeld dat mensen vóór de lunch zwaardere straffen kregen dan erna. De rechter had nog niet gegeten, was een beetje knorrig en dat kon je terugzien in de statistieken. Nu experimenteren ze daar met AI als ‘objectief’ instrument.”
“Dat is interessant dat je je lot liever in handen van AI zou leggen dan in dat van een hongerige rechter. Maar zo hoor je weer andere verhalen van poortjes met gezichtsherkenning waar een bias zit bij mensen van kleur. Misschien doen we er dus beter aan om eerst meer aan het menszijn te werken.”
Hoe bedoel je dat?
“AI staat niet los van de mens: het blijft de mens zelf die AI input moet geven om tot output te komen. Met de vraag hoe de mens zich verhoudt tot AI, gaat de voorstelling ook over de mens zelf. Los van hoeveel techniek je stopt in AI om het te verbeteren, is de mens zelf nog lang niet af. De mens blijft een grillig wreed schepsel. Kijk maar naar de wereld en welke alfa-mannetjes daar de scepter zwaaien.”
“We zullen onszelf als mensheid moreel moeten blijven ontwikkelen. Het is een vraag die we ons stellen in deze voorstelling, maar die we ook op groter niveau moeten stellen: ‘Hoe voeden we AI op?’”
h/AI gaat dinsdag 13 september in première in Stadsgehoorzaal Leiden. Benieuwd naar een voorproefje? Schuif aan bij de Veenproef van 31 augustus voor een driegangendiner met een proeverij van scènes en minicollege door AI-onderzoeker Peter van der Putten (universiteit Leiden).
Beeld: Isabelle Renate la Poutré